Wageningen, de Junushof, op schootsafstand van Arnhem waar we eergisteren stonden. Handig? Ja als allebei de zalen uitverkocht waren geweest, maar onhandig als er nog heel wat onverkochte stoelen over waren! Ik vroeg de directrice, die “kapot” was van de voorstelling overigens, waarom er geen coördinatie was tussen de zo dichtbij elkaar gelegen schouwburgen. “Overleg gaat niet zo soepel tussen de podia.” Tja daar sta je dan. Er moet maar eens een Rijkscommissie komen die het huidige fladderende toneelbestel eens gaat evalueren en die hele spreidingsgedachte maar eens stevig gaat doorlichten. En daar moeten dan niet te veel artistieke leiders aan mee praten, want dan gaat het veel te lang duren: een variant op de commissie de Boer uit het eind van de tachtiger jaren, in die dagen werd het hele toneel op de schop genomen. Alleen werd toen de toneelspreiding, een relict uit de naoorlogse jaren, met rust gelaten. Nog altijd jammer en spijtig. Oei, wat een uitspraak, zullen wel weer veel mensen verontwaardigd zijn, maar ik doe hem toch, die uitspraak, niet alleen omdat onze Heisenberg best wel wat extra bezoekers kan verdragen, maar ook omdat dit volgens mij al jaren lang dolgedraaide systeem een stevige herschikking nodig heeft. Ziezo dat is er uit. Ik ga het onder geen beding deleten!
Over de bezoekers van de Junushof niets dan lof, we voelden op het toneel dat men geregeld de adem inhield. Hoe voel je dat? Aan de manier waarop men na zo’n ademinhoudertje een reactie geeft, fantastisch is dat iedere keer opnieuw om dat mee te maken. De akoestiek van het Junushoftheater is daarbij opvallend goed, en een goeie akoestiek werkt naar twee kanten, niet alleen is onze verstaanbaarheid dan gegarandeerd, maar ook ieder zuchtje van de toeschouwers bereikt ook ons, enfin, ideale interactie. Ik denk dat het prachtig golvende plafond daar iets mee te maken heeft. Het geluid van de muziek waaierde van achter uit de zaal door onze Marcel bediend als een warme shawl om ons heen en nam ons moeiteloos mee naar het treinstation in Londen waar onze reis begint. Vorig jaar toen we er met De Vader speelden viel me dat niet zo op, maar ja, toen speelden we met microfoontjes en dan bestaat het contact met de zaal alleen uit hun zichtbare- of hoorbare aanwezigheid. Enfin, het was weer een avondje spel-experimenteren, voor aanvang spraken we (Elsie de Brauw) allerlei kleine wijzigingetjes af die voor het publiek nauwelijks zichtbaar zouden zijn, maar die ons extra impulsen gaven. Waarvan we, met achteraf ook gebleken zekerheid, konden zeggen dat het heel zinvol was om door de mist heen Wageningen te bezoeken. Tot de volgende keer!