19 januari 2017 – Leidse Schouwburg, Leiden

– dit verslag van de tournee van De Vader verscheen oorspronkelijk op Facebook –

Gisteravond, ver voor twaalven thuisgekomen uit Leiden waar we voor de tweede keer achter elkaar De Vader hebben gespeeld, twee achter elkaar, nou dat komt buiten de grote steden niet al te vaak meer voor. Vroeger speelden we een hele week in Leiden, kom daar nog maar eens om. Zo jammer dat verhaaltjes over vroeger zo in de kwade reuk van “opa vertelt” staan, want er deden zich toen wel omstandigheden voor waar huidige generaties geen weet van hebben, terwijl we toch nog altijd hetzelfde vak uitoefenen.
Maar goed de tweede Leiden dus. In mijn idee ging het weer een stukje beter dan de vorige avond, misschien omdat het nu ook echt helemaal vol was. Pure luxe. Beide avonden kwam de directeur Bart van Mossel, die de première al had gezien, een uurtje in de foyer bij ons zitten tijdens het eten, ook dat was pure verwennerij, dat maken ‘we’ niet vak mee: hoewel door geregelde weeklachten van spelers die voor gesloten deuren staan en nooit een figuur van de schouwburg ontmoeten, de situatie een heel eind ten goede is gewijzigd, is zo’n betrokken schouwburgdirecteur wel een inspiratiebron voor de avondvoorstelling. Halverwege de voorstelling was ik een zinnetje kwijt, dat bracht me zo in de war, alsof de bliksem was ingeslagen, dat ik bij God niet wist waar het allemaal over ging. Johanna (ter Steege) redde mij er virtuoos uit, en verder ging de scène alsof er niets aan de hand was geweest. Nou zal het publiek daar niet veel van meekrijgen omdat de man die ik moet spelen al zo basaal in de war is dat iedereen zal denken dat het er bij hoort. Heel misleidend staat er halverwege in de tekst: “Ik weet het niet meer, ik wou wat zeggen, maar ik weet het niet meer.” Werd me na afloop gevraagd: “Wist u het echt niet meer?” Ja ja.