zondag dertien december

Een paar avonden geleden zag ik in Frascati Vier*) een fascinerende afstudeervoorstelling MANIFESTEN, van een Noorse regie-studente van de Amsterdamse Theaterschool, een heel moedige voorstelling, want uitgaande van improvisaties op toch een heel dwingend thema, nl het ontstaan van de vernieuwingsbewegingen als DADA, het Futurisme, en het Surrealisme. Hoe breng je dat allemaal tezamen?! Met als ondertitel AL HET WONDERLIJKE IS MOOI!! Voor zo’n ondertitel smelt ik al op voorhand, maar besef dan tegelijkertijd in de eerste minuten dat een voorstelling die al deze elementen wil aanraken wel van heel goede huize moet komen om dit allemaal waar te maken.”De speeltekst is gebaseerd,” lees ik in het programma, “op de oorspronkelijke manifesten , gedetailleerd beschreven acts(…) verweven met hedendaagse intermezzi”
Gesitueerd in het Zurich van 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog in een literair cafe genaamd Cabaret Voltaire. De ervoor benaderde spelers moesten zich dus danig inlezen op de hun toebedeelde historische personages. En alle spelers hadden dat op een indrukwekkende wijze voor elkaar gekregen. Een van de actrices met een uitzonderlijk picturaal talent zat gedurende de gehele voorstelling verder te schilderen aan de decors en bleek op het slot ook nog een bijzondere violiste te zijn, een andere speelster zorgde wat mij betreft voor het inhoudelijk hoogtepunt van de avond, die ondanks de lengte van het stuk omvloog, door uit een mandje dat zij bij zich droeg voortdurend uitgeknipte letters op de grond te strooien en dan vruchteloos te pogen daar woorden uit te formuleren, die dus uiteraard, niet verder kwamen dan onleesbare acadabra-woorden, met horten en stoten uitgesproken klanken als WHjetSrchieTlijkge prkHgtbKiiiI! Het stamelen en hardnekkig blijven pogen een t a a l tot stand te brengen. Haar wanhoop bij het mislukken van die opdracht maakte op mij een indruk zo heftig als ik zelden in een theaterzaaltje heb meegemaakt, vooral omdat het niet met de pretentie van een experiment werd uitgevoerd, waardoor meestal dit soort pogingen in de kiem gesmoord worden, maar ingeleefd, betrokken (en ons, publiek er bij betrekkend). Hartstochtelijk falend stond zij daar en verbeeldde zij de machteloze mens die zelfs in eenzaamheid niet meer tot zelfs maar een communicatie met zich zelf kon geraken. De ceremonimeester van de cafe-voorstelling ging als een betrokken bezetene in de weer en te keer om alle losse bijdragen aan elkaar te koppelen, waarin hij met het zweet op zijn gezicht dat doordruppelde op het smetteloze wit van zijn fantasie-smoking, fabelachtig slaagde. Opzij van de handeling zat een muzikant die de hele voorstelling in een muziekkader plaatste, en er af en toe in solo’s van hoog niveau leiding aan gaf.
Het overkoepelende idee, dat Zurich-cafe deed mij denken aan een stuk van Tom Stoppard, (bekend van Rosencrantz en Guildenstern zijn dood) TRAVESTIES, dat ook in het Zurich van die tijd speelt en dat een fictieve ontmoeting van James Joyce, Wladimir Lenin en Tristan Zara als kern heeft. Deze drie voor de wereld-en-kunst geschiedenis bepalende figuren waren in werkelijkheid in die dagen inderdaad in Zurich present, maar ontmoet hebben ze elkaar bij mijn weten nooit. Ook in die Eerste Wereldoorlog was Zurich een vluchthaven voor zovelen die net als in de Tweede Oorlog de ellende en het strijdgewoel wilden ontvluchten. MANIFESTEN is een totaal ander stuk geworden, alleen de lokatie en de tijd zijn gelijk aan het Stoppard-stuk. Het totaal aan ervaringen van deze bizarre avond maakte me erg gelukkig, het voerde me mee naar de ontstaansgeschiedenis van de moderne kunst, het liet me als het ware de uit zijn knop schietende bloem zien, die in de huidige tijd tot volle bloei is gekomen,: de Moderne Kunst. Ik ben weer eens meegevoerd in een teatraal avontuur van bijzondere klasse, en dat ook nog eens over een belangrijk onderwerp handelde, en dat voor een afstudeerproject, ongelofelijk!

P.S. Wanneer het de lezer opvalt dat ik wel erg enthousiast ben, wat ik ook werkelijk ben, die lezer moet ik in alle eerlijkheid vermelden dat een zoon van mij er in mee speelde en die dat zo ongelofelijk goed deed dat ik gedurende de hele avond in trots opgloeide. Vooral toen hij in zijn solo een briljante Italiaanse versie van een van Ostajen-variant ten gehore bracht. In het Italiaans. Een fascinerend portret van de Italiaanse Futurist Marinetti. Overdag had ik er een vrij vergaande filmopname opzitten waarin nogal rake klappen werden uitgedeeld, zodat een reis naar een totaal andere wereld in Zurich mij wel erg goed uitkwam.

*) FRASCATI VIER is gesitueerd in de ruimte die De ENGELENBAK moest achterlaten. Het gaf een unheimisch gevoel om er nu een andere bespeler te zien optreden. Hoezeer ik Frascati ook zijn uitbreiding gun, is het wel treurig dat een instituut voor de amateurkunst dat zo effectief op de Amsterdamse bevolking was gericht en dat zoveel voortreffelijk werk voor elkaar heeft gebokst, het veld moest ruimen vanwege bezuinigingen en dat er nu doodleuk een ander in kan huizen; als leek zou ik zeggen, dan is er dus wel geld voorhanden!