Gisterenavond de laatste(?) Heisenberg, in Rotterdam, de première hadden we er gespeeld, en na een kleine veertig voorstellingen her en der in het land speelden we er ook de laatste. Wat ik gisteren schreef over de ontvangst in Den Haag, gold gelukkig ook in Rotterdam: volle bak, gretig publiek dat ons tweeën een heerlijke avond bezorgde. Meestal is het andersom, en zijn wij het, de spelers die de dienst uitmaken, maar er bestaan ook van die bijzondere avonden waarop het publiek bepaalt hoe de avond zal verlopen, dat voel je aankomen bij je opkomst al, niet dat afwachtende van: laat het maar eens zien wat jullie hebben te bieden, nee, nu ging men daar van uit, alsof het publiek de voorstelling al eens had gezien en nu met zijn allen hadden afgesproken om nog eens een keertje te gaan, goed voorbereid, op de hoogte van alle haarspeldbochten die wij in die kleine twee uur moesten nemen. Het samenspel met publiek leverde zo’n aparte spanning op dat ik me pas in de laatste scène realiseerde dat het misschien wel de allerlaatste keer zou zijn. Misschien, want dit is typisch zo’n voorstelling die een jaartje of twee kan rijpen en dan ineens weer van stal gehaald kan worden, enfin, je weet maar nooit.
Voor Elsie (de Brauw) is het gunstig dat er een einde aan is gekomen, zij heeft over twee weken in Gent al weer première van “Orestes in Mosul”, in de regie van Milo Rau, dus zij kan wel wat extra vrije avondjes gebruiken.
Omdat we vergevorderde plannen hebben om binnen twee jaar weer samen een stuk te gaan spelen, dat Lot Vekemans voor ons aan het schrijven is, ook onder regie van Johan Simons, een stuk waar we al een paar bijeenkomsten hebben gehad, viel het afscheid ons iets minder zwaar dan anders het geval zou zijn geweest.
Voor mij breken nu vier rustige maanden aan, daarna “Eindspel” van Samuel Beckett bij dezelfde club, Theater Rotterdam, regie Erik Whien. Never a dull moment. Tijd om behalve het leren van die intens lastige tekst, eens rustig na te denken over de zin, de noodzaak of de overbodigheid van het serieuze theater in ons land, ik broed op een bundel ingrijpende punten die het belang ervan moeten aantonen in dit zo sterk verdeelde werelddeel en specifiek in ons kunstvrezend land. En of ik het spelen in Eindspel weer van verslagjes ga voorzien, daar ben ik nog niet uit. Dit is geen fishing for compliments, van “alsjeblieft ga er mee door”, “we vinden het zo leuk om te lezen” nee, ik meen dat echt, misschien ga ik er wel een dagboekje van maken, voor mezelf, waarin ik zonder zelfcensuur alles noteer wat me werkelijk bezighoudt tijdens het spelen. Voor nu: dag Heisenberg, dag Elsie, dag Johan, dag Marcel, dag Sidney, dag Axel dag Nicky, dag Sarah, het waren topmaanden met jullie. En nu de lente in!