Londen 20/11

Op en neer naar Londen gevlogen op uitnodiging van de producent van het stuk, Matthijs Bongertman, dat ik volgend seizoen ga spelen, de Vader geschreven door Florian Zeller, een succesvolle Franse toneelschrijver. Dat heb ik voor zover ik me kan herinneren nog nooit gedaan: een stuk bekijken voordat je er zelf in gaat spelen. Niet omdat ik ooit benauwd zou zijn geweest te worden beinvloed, maar omdat er nooit gelegenheid voor was. Laten we daar maar van uit gaan, zoveel beweegreden om dingen niet of wel te doen zijn inmiddels opgeborgen in een koffer vol raadsel uit vroeger tijden.
Gijs de Lange die het stuk gaat regisseren en Joanna terSteege die er mijn dochter in gaat spelen waren er ook bij. Toen we op spitsuur tesamen met duizenden mensen uit de Subway naar boven kropen op Piccadily Circus viel het ontbreken van gewapende politieagenten die wel op de luchthaven paradeerden, mij meteen op, het was er druk en vredig, regenachtig en kalm, ideale voedingsbodem voor terroristen. Betrapte me erop geregeld achterom te kijken en misschien kwam het daardoor dat ik mijn richtinggevoel kwijtraakte en toch met grote overtuigingskracht mijn collega’s de verkeerde kant op stuurde. Op Charing Cross Road waar het jaloersmakend vol met theaters staat, passeerden we eerst levensgrote affiches met Judi Dench in Winteravondsprookje! Een Shakespeare op het commerciele West End! Wat een luxe! Met lange rijen voor de kassa! In ons land is het toneel pas werkelijk gezond wanneer ook De la Mar theater als een doodnormale zaak Hamlet gaat programmeren.
Maar dit terzijde. Ook bij het theater, Wyndhams Theatre, waar wij The Father gingen zien hetzelfde patroon, we moesten ons heen wurmen tussen de mensenmenigte die voor de niet afgehaalde kaartjes nummertjes had getrokken. Tot op de laatste plaats uitverkocht. Duizend toeschouwers, en dat al maanden lang!
Het bleek een goed doortimmerde voorstelling met prima acteurs die het aangrijpende en daarom zo lastige stuk goed tot zeer goed speelden. We konden er van leren dat het stuk zo aangrijpend is als wij ons bij lezing los van elkaar voorstelden, dat de verschuivende perspectieven in het langzaam achteruit gaande brein van de vader helder te voorschijn kwamen en toch genoeg raadsels over lieten waardoor iedere toeschouwer een eigen beeld van het proces kon opbouwen.
Ik denk dat ik een soort afweermechanisme tijdens het kijken in werking stelde, om maar niet in de verleiding te komen het beeld dat de hoofdpersoon bij mij opriep als zaligmakend voorbeeld model van de rol te gaan beschouwen. Het publiek reageerde bewogen op de voorstelling, slechts een enkeling kon een lach niet bedwingen, de clashes tussen de vader en zijn omgeving deden soms in hun tragiek erg komisch aan, maar ze werden heel beheerd en terughoudend gespeeld op een manier dat het lachen je verging. De soms Pinter-achtige dialogen waren scherp, de achteruitgang van de vader en het verdriet erom bij zijn dochter werden erg mooi gespeeld. Er werd een wereld opgeroepen die vergeven was van een ander soort terrorisme dan waarvan we in Parijs getuige van zijn geweest: de verschrikkingen die ontstaan door steeds ingrijpender beschadigingen in de hersens van een oude man. Een fase voor fase voortschrijdend proces van geestelijke vernietiging. Het hele stuk, dat nauwelijks anderhalf uur bestrijkt, had voor mij iets van een uitgerekte achteruitgang dat zich ook bij Koning Lear voordoet. Bij Lear kan de toeschouwer iedere fase van dat proces meemaken, bij de Vader is de laatste fase van dat proces al aangebroken en worden we als toeschouwers meegezogen in de onafwendbare teloorgang van de hoofdpersoon.
Het zal voor mij als speler een hele klus worden. Nog elf maanden voor de repetities beginnen, dus er is nog hoop!