6 september 2017 – Schouwburg Amstelveen

– dit verslag van de tournee van De Vader verscheen oorspronkelijk op Facebook –

Gisteravond Amstelveen. Weer een schouwburg gevuld met herinneringen: het was de generale repetitiebasis van het Publiekstheater, in de jaren zeventig en tachtig. Toen Opera en Ballet nog in de schouwburg resideerden was er voor het toneel geen generale repetitieplek. We moesten zuinig met onze tachtig speelavonden omgaan, vandaar Amstelveen als de ideale uitwijk mogelijkheid. Al onze later roemruchte voorstellingen kregen daar, in het ‘huis’ van de eerste schouwburgdirecteur Wim Bary, hun definitieve vorm. Misschien kwam het door die baaierd aan herinneringen dat ik, denk ik, misschien wel mijn beste voorstelling heb gespeeld, eindelijk, na ongeveer zeventig pogingen. Ik kwam met meer energie uit de voorstelling vandaan, dan waarmee ik er in ging. Waar het precies in zat zal ik pas morgenavond wanneer we in Heerlen spelen ervaren. Voor aanvang hadden Johanna en ik besproken dat we misschien een wat geïrriteerdere dialoog in het begin moesten uitproberen; ik denk dat dat heeft geholpen, we waren alerter op de vragen en antwoorden van elkaar en die houding bleef de rest van de avond de ondertoon. Verschil met vorige avonden is misschien alleen voor ons waarneembaar, maar het was voor mijzelf wel heel belangrijk, dat opnieuw laveren met woorden, het aan de oppervlakte veranderen van de koers van een zin, het laten varen van de controle over lopen gaan en staan. Enfin, eindelijk vond ik het een beetje leuk om op het toneel te staan, klinkt raar misschien, maar zo werkt het nu eenmaal bij mij. Publiek reageerde in vergelijking met andere avonden wel erg luid, misschien kwam het door de vorm van de zaal die ieder ritseltje terug transporteerde naar de toneelopening. Bij het applaus volgde als toegift nog een vreemde een-acter: we kregen bloemen aangeboden, tenminste er waren vier boeketten, voor zes acteurs, de wanhopige meisjes die ze kwamen aanbieden wisten bij God niet wie ze nu wel en wie ze nu geen bloemetje moesten overhandigen, en wij de spelers die wel bloemen kregen voelden ons tegenover de twee die er buiten vielen behoorlijk gegeneerd. Ik probeerde mijn struikje nog in de handen van een collega te duwen die dat prompt tegenhield, enfin een malle vertoning. Eigenlijk bleek het achteraf wel te passen in de aanpak van het management van het pand, voor aanvang kwam de bedrijfsleider me een handje geven terwijl hij zijn gesprek met een ander er niet voor onderbrak, Maar voor mij was de merkwaardige folder van de schouwburg het grootste raadsel van de organisatie: op de achterflap werd ‘Toneel’ als laatste van de performing arts aangeprezen met de volgens hen VIJF belangrijkste voorstellingen van het nieuwe seizoen. Op zich al een vrij demotiverend pr-missertje: als er van het toch al magere toneelaanbod maar vijf volgens de schouwburg interessant zouden zijn, voorspelt dat weinig goeds voor de zaalbezetting van de andere theateravonden. De Schouwburg zal riposteren met “Publiek is mans genoeg om zelf te kiezen”, waarom doen jullie dat dan? zou mijn antwoord zijn. Om het er maar niet over te hebben dat als ze dan al aan een voorkeursbehandeling doen waarom dan De Vader overgeslagen die door het publiek is gekozen tot beste voorstelling van het seizoen!

5 september 2017 – Parktheater, Eindhoven

– dit verslag van de tournee van De Vader verscheen oorspronkelijk op Facebook –

Gisteravond was voor de tweede keer Eindhoven aan de beurt: teruggevraagd omdat de eerste zo mooi was bezet. Gelukkig deed die tweede er niet voor onder. Was ook zo’n beetje de opening van het seizoen aldaar. Meteen volle bak. Ik was over mezelf weer eens niet tevreden, wordt saai en voorspelbaar misschien, maar het is nu eenmaal zo, er slopen teveel automatismen in. Had ook te maken met de heel erg grote zaal, waar je nu eenmaal ‘groter’ moet spelen om überhaupt zichtbaar te zijn. Na afloop waren er klachten over verstaanbaarheid van een clubje van acht oudere dames, die door een lid van het schouwburgteam, die ik nog van heel vroeger kende, kernachtig werden toegesproken, streng doch rechtvaardig. Terwijl ik juist het gevoel had dat mijn spel er juist onder leed, onder dat veel te luid praten! Voor aanvang had ik een slaatje gegeten met mijn oudste kleinzoon die in Eindhoven werkt bij de ASML. Kreeg een inspirerend verslag van hem over zijn werk daar, had echt een trots gevoel dat hij zulk toekomstgericht werk doet. Terug naar de voorstelling: wat een verschil in publieksreacties met de eerste vijf voorstellingen in de Randstad, er zou toch eens een gedegen onderzoek moeten plaatsvinden hoe dat kan komen, zoveel andere reacties. Het kan niet te maken hebben met de hoeveelheid schouwburgbezoeken, want die verschillen per bezoeker niet zo veel. Begin zeventiger jaren publiceerde de oud Parool criticus Hans van den Bergh een studie over die publieksreacties in zijn belangrijke boek Constanten in de Komedie, waarin hij bij bepaalde stukken de publieksreacties naging. Hoe in de ene voorstelling om een grap harder werd gelachen dan in een andere zaal, zelfs rekening houdend met het verschil in intensiteit in het spel, enfin de daar in geïnteresseerde Publieksmedewerker van een schouwburg zou dat boek nog maar eens open moeten slaan, het levert zelfs nu nog belangrijke instructies op over het oeroude medium dat wij theater noemen. De ontvangst was weer prima, gastvrij en enthousiast, je voelde dat het op prijs werd gesteld dat we onze voorstelling kwamen spelen. De enthousiaste leidsman van de Vriendenvereniging van het Parktheater verzuchtte zelf meerdere keren dat hij zo blij was dat het seizoen eindelijk was begonnen! En toen ook nog eens de bitterballen kwamen binnen rollen was iedereen uitgelaten en vrolijk en konden wij gevuld en verkwikt de terugreis beginnen! Straks Amstelveen!