7 september 2018 – DeLaMar Theater

Gisterenavond de vierde Vader in DeLaMar gespeeld, er zat weer een tijdje tussen sinds de laatste 12 dagen geleden, dus ik stond weer heftig onder spanning. Was al om vier uur in de kleedkamer, hele stuk doorgenomen en een uurtje later kwamen mijn collega’s om alle scènes door te nemen, dat gaf vertrouwen, maar ik bleef angstig, twijfelend over hoe het zou gaan. Ben en blijf nog steeds verbaasd over de werking van het geheugen: dat die teksten altijd maar komen. Waarvandaan? Reagerend op wat mijn tegenspelers zeggen? Terwijl de dementerende man die ik speel, zonder enig kloppend geheugen antwoorden bedenkt die niets met de werkelijkheid van doen hebben. Vreemd onachterhaalbaar proces.
We speelden nu in de Kleine zaal van het theater, toch wel voor vier- van de zevenhonderd stoelen, vanavond overigens nog een keer en dan hebben we met de voorstellingen in de Stadsschouwburg meegerekend er in Amsterdam tien Vaders opzitten. Tien! Hoop dat het vanavond weer zo een betrokken publiek is, dat op alles zo alert reageert, publiek dat vanaf de eerste teksten op de adem van de spelers kan reageren, niet alleen door op onverwachte momenten te lachen en stiltes te laten vallen, afgewisseld met betrokken kreetjes van: “Hoe kan die man dat nou zeggen?”, de verontwaardigde reacties op de uitspraak over mijn andere dochter “en dat is nog wel mijn favoriete dochter” spat er vanaf en lijkt bijna op reacties van vroeger bij de Hoop van Zegen, toen publiek bijna letterlijk in opstand kwam tegen het beleid van de op geld beluste rederijen (en bij de artiestenuitgang reder Bos stond op te wachten). Zover zal het nu wel nooit meer komen, maar toch! Nu moet de aandacht worden getrokken door gespeelde pogingen tot zelfverbranding, dat is nog eens andere koek. Maar zolang het verschijnsel toneel=theater zich voortdurend in het middelpunt van de belangstelling weet te plaatsen is het nog niet verloren. Toch?

Kleine aanvulling: er waren gisteren onder het publiek verschillende ex-toneelschoolleerlingen( inmiddels afgestudeerd) waar ik op school mee heb gewerkt, gaf me een goed gevoel achteraf, maar moet voor hen ook een beetje raar zijn: om hun eigenwijze docent nu op het toneel te zien.

28 augustus 2018 – Fulcotheater, IJsselstein

IJsselstein, ja, het Fulcotheater, gisterenavond De Vader, niet veel bezoekers, maar wel bijzondere bezoekers, onder andere Anne Wil Blankers, die het heel mooi vond. Zei ze. En ik geloofde haar, het was al de derde keer dat ze de voorstelling zag! En ik was weer eens niet tevreden over mezelf, het begint saai en voorspelbaar te worden, ik bedoel mijn ontevredenheid over me zelf. Ik heb er wel argumenten voor: twee keer haperde mijn geheugen en bracht ik met het te lang laten uitblijven een een repliek mijn collega’s in de problemen, maar ze hebben het voortreffelijk opgelost. Ja dat krijg je als je al aan het derde Vader-seizoen bezig bent dan ben je zo op elkaar ingespeeld dat je moeiteloos elkaar weer op het goede spoor kunt zetten. Het is vreemd hoe het geheugen werkt, zeker bij een oud hoofd als het mijne: in de tweede helft van de voorstelling ben ik kennelijk weer zo kalm in mijn hoofd dat ik ieder deraillement zelf kan oplossen zonder dat zelfs mijn tegenspelers het in de gaten hebben.
Nog steeds verbaasd over de impact die het stuk op de nablijvende bezoekers blijkt te hebben. Werkelijk verbaasd. Mensen komen na afloop met verhalen over hun familieleden en bekenden, het ene nog schrijnender dan het andere, allemaal ingrijpender dan het verhaal dat wij op het toneel ten beste geven. En dus zelfs van onze milde versie raakt men overstuur. We zitten nu rond de honderdste voorstelling en nog is het iedere avond een steeple chase klauter en val partij. Nog 25 te gaan. Bloed nieuwsgierig naar wat we nog allemaal tegen gaan komen!