27 januari 2017 – Theater Sneek, Sneek en Schouwburg Ogterop, Meppel

– dit verslag van de tournee van De Vader verscheen oorspronkelijk op Facebook –

Gisteravond voor het eerst na twaalven thuisgekomen, enkele minuten maar, uit Sneek. De avond ervoor uit Meppel, de Ogteropse Schouwburg. Prachtig zaaltje, ja zaal-tje, terwijl er toch ongeveer vierhonderd mensen in kunnen waar er driehonderdvijftig van kwamen opdagen. Ja intiem zaaltje waar het heerlijk spelen is, voor een meelevend publiek. Een energieke directrice die ons zo hartelijk welkom heette, alsof wij haar meest intieme familieleden waren. Hartverwarmend, kan niet anders zeggen. Ongelofelijk rijk voorziene bossen bloemen werden ons na afloop aangeboden, we wisten werkelijk niet wat er over ons heen kwam. Pure verwennerij! En met het hartelijk onthalen van speIers uit het Westen des lands hebben ze daar een grote traditie: In de jaren zeventig had de toenmalige directeur, Frans van Veen, zijn zinnen gezet op het binnenhalen van Macbeth van het Publiekstheater (Eric Schneider en Petra Laseur als het vrolijk moordende echtpaar) En of wij nu Frans lieten weten dat ons decor echt niet in Ogterop zou kunnen staan, Frans bleef doorzetten net zolang tot we tot de volgende overeenkomst kwamen: Goed, dan komen we, maar dan spelen we bij jou de laatste voorstelling en verzagen ter plekke het decor. Zo gezegd zo gedaan. Onze theatertechnici gingen een dag eerder en wij reisden met de voltallige spelersploeg ’s morgens vroeg naar het nog net niet hoge noorden, en gingen daar al repeterende aan de slag. Met een huiskamerachtige Macbeth. Ik moet zeggen dat ik het een geamputeerde voorstelling vond geworden waar ik me niet prettig bij voelde. Maar het publiek was uitzinnig van dankbaarheid want Frans was voor het doek voor aanvang uitleg komen geven van de bijzondere manier waarop het Publiekstheater aan zijn wensen gehoor had gegeven! Maar voor mij als regisseur kwam nog een lastige ervaring: het was dus de laatste voorstelling en die wil nogal eens misbruikt worden door komische spelers om er goed ingestudeerde grappen in te verstoppen. Nu was ook al in die dagen bekend dat ik als regisseur op dat vlak geen enkel gevoel voor humor bezat/bezit. Daarom kwam heel ingetogen het bezoekende koningshuis van Duncan met KLM bagagekoffertjes op bezoek. Goud geverfd voor de gelegenheid, dat wel; men had er secure aandacht aan besteed. Wederom kon ik er niet om lachen, het voert te ver om hier in dit korte bestek uit te leggen waarom ook deze ingetogen grappigheid afbreuk deed aan de aankomst van de bezoekende partij, dus dat laat ik nu maar achterwege, misschien doet zich later nog eens een mogelijkheid voor mij nader te verklaren.

Terug naar het heden.
In Sneek overkwam ons ongeveer hetzelfde, ook weer zo’n allerhartelijkste ontvangst en ook een meer dan meelevend publiek, op een bepaald moment hoorde ik zelfs iemand keihard meepraten. Misschien had men de avond tevoren de uitzending van Volle Zalen gezien waarin Cornald Maas ons de hemel in prees, of hadden ze in de Leeuwarder Courant de vijf (!) sterren kritiek gelezen. Het stuk maakt zoveel los, dat had ik echt niet voorzien; wist wel dat we met een actueel thema en een sterk gebouwd stuk in de weer waren, maar al die emotionele reacties na afloop (en tijdens!) had ik niet voorzien.
Om niet al deze verslagjes op de zelfde manier te laten verlopen neem ik mij voor de volgende keer wat uitgebreider aandacht te besteden aan de klacht die tot nu toe door ALLE schouwburgdirecties wordt geuit dat het toneel hun zorgenkindje is! Zorgenkindje! Je zal dat na 63 jaren noeste arbeid om het toneel aan de man te brengen maar te horen krijgen: zorgenkindje. GVD! (wordt dus vervolgd, waarschijnlijk aanstaande woensdagochtend!