Barendrecht.

Gisterenavond speelden we in Barendrecht. Laat ik beginnen met te bekennen dat er jaren zijn dat ik niet in Barendrecht kom, de laatste (en toen eerste) keer was in 2007 toen we er met Toneelmeesters de laatste voorstelling van de Drie Zusters speelden. Ik herinner me dat het toen al niet zo goed bezet was, en dat was het gisteren tot mijn afgrijzen ook niet. Om precies te zijn, heb in mijn beleving nog nooit voor zo weinig mensen gespeeld, zo’n honderdtwintig man/vrouw. Eigenlijk heel treurig. De schouwburg directie steekt zijn nek uit om toch maar tegen de verdrukking in toneelvoorstellingen te programmeren,en dan laat de bevolking die kans liggen. En aan hun marketingafdeling kon het niet liggen, de hele stad, is het en stad, hing vol met Vader-affiches, maar ja, wanneer je geen bekende Nederlanders in je cast hebt kun je het in deze relatief kleine gemeenschappen wel schudden. Ja, jammer. En dan ook nog onder de rook van Rotterdam, waar we net de afgelopen Zondag waren geweest, je kan het eigenlijk op je vingers natellen. Hebben die verschillende schouwburgen dan geen overleg met elkaar, want Capelle a/d Ijssel ligt daar ook vlak bij, en vanavond spelen we in Dordrecht, het is wel een wel heel hoge Vader-dichtheid.
Enfin, terug naar gisteren. We werden uitzonderlijk hartelijk ontvangen, de vriendelijkheid spatte er af, heel warm, een heel prettig gevoel, we voelden ons verheven tot plaatselijke sterren tot we het te verwachten toeschouwers aantal hoorden, was die vriendelijkheid een omhulsel om de aanstaande bittere pil te vergulden? Misschien. Voor de schouwburgstaf was het natuurlijk ook niet leuk. Ik begon erg tegen de avond op te zien, wetend dat het hele gebeuren met De Vader er aanstaande Zondagmiddag in Haarlem op zal gaan zitten, leek het vooruitzicht op een moeizaam avondje me alle energie te ontnemen. Enfin, we deden braaf onze sound-check, namen de nog lege zaal in ons op die iets heel intiems had, we ontdekten dat er heel weinig ruimte achter het toneel was, (maar onze technici hadden een waarachtig kunststuk verricht door het decor in iets verkleinde vorm toch in stand te houden) en we begonnen aan onze reis naar het binnenste van het zwarte gat van de dementie. Het bleef erg stil, en kregen nauwelijks de reacties die we in vollere zalen gewend waren. Mijn reactie is dan onmiddellijk ze vinden er niets aan, ik speel van de weeromstuit heel slecht voor mijn eigen gevoel, er lukt bijna geen zin en realiseer me pas na afloop dat een kleinere bezoekersgemeenschap zich niet zo gemakkelijk overgeeft (op het rinkelen halverwege van een telefoon na!!) Daarentegen was weer het slotapplaus even sterk als overal elders, dus de voorstelling moet wel aangekomen zijn. In mijn gevoel lukte alleen de eerste scene, daarna kreeg ik de sluier van teleurstelling niet weggetrokken, allerlei opzetjes om weer een andere kant van de man te laten zien, mislukten, en het “dan maar” zo goed en creatief mogelijk herhalen van vorige speelbeurten maakte mij er ook niet gelukkiger op. Eigenlijk werd het de eerste keer in de meer dan honderd er aan vooraf gaande voorstellingen die op een ‘herhaling’ leek.
Na afloop bleek niemand iets opgevallen te zijn, weer al die aandoenlijke verhalen van getroffen toeschouwers: een mevrouw die het stuk ook in Perth ( Australie) had gezien, een andere mevrouw die het voor de tweede keer zag en een vriendin had meegenomen, een ander die door onze voorstelling nu definitief genoeg had van de voor haar te ver gaande “over programmering” van cabaretiers en andere ( haar woorden) lolbroekerij” en die voortaan alleen nog maar ’toneel met een goede verhaallijn’ wilde zien. Vanavond Dordrecht dus….op weg naar Haarlem, de allerlaatste!

PS. Overigens ben ik van mening dat ons indertijd door bezuinigingen opgedoekte Theater Instituut zo snel mogelijk in een vernieuwde moderne vorm midden in onze samenleving dient terug te keren. Een land dat zijn inwoners niet de gelegenheid geeft in en uit de geweldige schat aan theatrale gegevens te lopen, schiet schromelijk te kort in zijn culturele zorgplicht.

Hengelo en niet verder

We waren het er met zijn zessen wel over eens dat in Hengelo weer verborgen facetjes van ons
stuk naar boven kwamen die we nog niet van elkaar kenden: iedere, echt iedere avond gebeurt er iets dat we nog niet van elkaar kenden; we gaan een beetje jam-sessioning met de teksten om en raken zonder opzettelijk er op uit te zijn steeds andere lagen van het stuk, niet een avond verloopt op de zelfde manier. Nog maar drie keer en dan is het gebeurd met de Hollandse Vader, Zondag in Haarlem voor het laatst. Ga ik het gebeuren missen? Ja de vreugde van het samen spelen wel, in ieder geval. Heb het gevoel dat ik een soort brutaliteit heb teruggekregen di ik misschien heel vroeger, toen ik nog van niets wist, in ruime mate bezat en die me ooit aanzette het toneel en zijn functioneren op de snijtafel te leggen. En toen kwamen d decennia van leiding geven en de verantwoordelijkheid daar voor, En dat heeft me kennelijk voorzichtig, te voorzichtig gemaakt. En dat is nu voorbij, er is sluier weggetrokken, er is weer een dosis schaamteloosheid teruggekomen, in de werkelijke betekenis van het woord: schaamte-loos. Die eeuwige zelfcontrole, het je bekeken voelen maakt plaats voor spel-plezier op de meest schrijnende momenten van de rol. OK, zo kannie-wel-weer, op naar Barendrecht.