Eindspel, Leiden 7-12-2019

schilderij Bram van de Velde

Rembrandt en Beckett, bien étonnés de se trouver ensemble.

Leiden, uitverkocht, ook slecht-zicht plaatsen. En dat voor Beckett. In deze dagen! Vooraf naar de Lakenhal geweest om de jonge Rembrandt te helpen zoeken. Ook afgeladen met bezoekers. Nederland, wat ben je toch onvoorspelbaar in je culturele gedrag. Rembrandt, nationale trots, en dat soort overwegingen, serieuze kenners die familieleden uitleggen wat een stok links onderaan een ets betekent. Een bannelling-prinsje met dezelfde wereldvreemde uitstraling die je nu ook nog bij te beschermd opgevoede kinderen kan tegenkomen, niet ontvankelijk voor de gruwelen om hen heen. En boven de jonge Rembrandt op de tweede verdieping hingen modernere schilders, waaronder de broers Van de Velde.” Ik heb een gek gekend, die dacht dat het einde van de wereld was gekomen, hij schilderde, ik mocht hem graag.” citaat uit Eindspel, dat ik s’avonds in die volle Schouwburg moest zeggen. Voor het eerst zag ik er een beeld bij, een beeld dat ik meteen met een gekte in verband bracht. Van de broer van de vertaalster Jacoba van Velde, die het merendeel van de Beckett stukken vertaald. Deed me wel wat. Hingen ook hele mooie gedichten op de trapwanden afgedrukt, hele mooie, indringende gedichten, in grote letters, gedichten van vele vierkante meters… . “een bééétje poezie…” dat tekstje kreeg ook een diepere betekenis.

 

 

 

Eindspel, Apeldoorn 6-12-2019

Na vier vrije dagen vonden we ons Eindspel gisterenavond terug in Orpheus Apeldoorn. Het voelde aan als een première. Heel verfrissend. Reeksen nieuwe tekstontdekkingen. Publiek was in het begin nog een beetje stil en afwachtend, maar al gauw trok René (van’t Hof) de eerste grimlachjes op het Apeldoornse gelaat. Ik kan achter mijn zwarte bril alleen wat vlekken op de eerste rij bekijken, maar die roerden zich actief, wezen elkaar op details, bang dat die een ander zouden ontgaan. De stemming steeg, zinnetje voor zinnetje, zelf bracht ik de moed op om mijn lange verhalen luchtiger, vrolijker bijna op te zetten, misschien kwamen de “ondergang-teksten” daardoor zelfs harder aan: “U bent op aarde, daar is geen remedie voor!” Iedere avond onderdruk ik, gelukkig, de belerende neiging om de voorstelling stop te zetten en het publiek voor te stellen: zullen we daar eens eventjes rustig bij stil staan en er een gesprekje aan wijden?”
Vanavond Leiden.