Lieve Anne Wil

Anne Wil Blankers met de Johan Kaart prijs

. voor ik jou op verzoek van Matthijs ga toespreken wil ik de juistheid van het jury oordeel* nog eens onderstrepen: in de loop van zijn lange carrière heeft Johan Kaart met de grote Eduard Verkade, met Willem Royaards, vele malen met Herman Heyermans, met jouw grote leermeester de onvergetelijke Paul Steenbergen, met Laseur, met Fie Carelsen wie jij ook vaak hebt geraadpleegd, samengewerkt. Johan Kaart kreeg voor zijn rol bij het experimentele gezelschap van Kees van Iersel Studio onder regie van Peter Oosthoek in 1964 een grote prijs, hij speelde toen de opperrabbijn Mortiera in het Spinoza stuk van Dimitri Frenkel Frank, een zware dramatische rol, ik dik dit laatste feit een beetje aan omdat Johan Kaart niet alleen maar de lolbroek was van Potasch en Als het effe kan, maar hij is zelfs de reden dat ik zoals ik hier voor u sta in alle nederigheid zijn baard draag omdat ik in deze dagen de rol van Kaart aan het opnemen ben in de verfilming van het Spinoza-stuk. Ja, je gelooft het niet, Matthijs moet gedacht hebben laten we daarom Hans maar vragen om onze Anne Wil toe te spreken, dan komen alle lijntjes tezamen. Nou daar gaat-ie dan:

We kennen elkaar zo goed dat het mij het beste lijkt om met jouw goedvinden je vrienden en bewonderaars wat over je te vertellen, alles weet jij toch al, we kennen elkaar al sinds je op de toneelschool in Maastricht zat.

Dames en heren, Anne Wil en ik zijn heel ver gegaan, we hebben urenlang bij filmopnames in de zeventiger jaren dichtgesnoerd in onze pyjama’s bij elkaar in bed moeten liggen, doodsbang elkaar aan te raken, we hebben in twee verschillende toneelstukken bij elkaar op schoot gezeten, dichterbij elkaar kan je niet komen, we maakten samen Driekoningenavond, Courage, de Kersentuin, Maria Stuart en nog wat stukken, maar het is het standpunt op schoot waar ik wat dieper op in wil gaan: tijdens die eerste schoot-scene vond plaats in Hebriana,(Lars Noren, regie Ger Thijs, Het Nationale Toneel 1989/90) zat AnneWil met haar rug naar me toe, en het was haar rug die mij overtuigde van haar verdriet om de op de klip lopende relatie die we in dat stuk hadden, het was haar rug die mij vroeg om onze op handen zijnde scheiding ongedaan te maken, ze kon niet zien dat ik dat niet van plan was, en toch voelde ik haar diepe teleurstelling: Hoe krijg je dat voor elkaar, hoe lukt het haar zulke fijnzinnige signalen uit te zenden, die woordeloos door iedereen kunnen worden opgevangen.

De tweede schoot- scene was in het Oog van de Storm, een stuk balancerend op het dunne koord tussen leven en dood, het tegenbeeld van het eerste, nu was ze verzorgend, omarmend, toekomstgericht, liefdevol nam ze me op in een wereld vol mogelijkheden, zo vertrouwd dat de persoon, ikzelf dus, kon gaan denken dat hij niet allang overleden was, iedere avond herhaalde zich dat ritueel op een ijzingwekkend minutieuze wijze.

Dat/Het zijn details ontstaan door jarenlange opeenstapeling van rollen, die avond aan avond met een ijzeren discipline op hun diepere inhoud worden onderzocht, getoetst, Anne Wil is in staat iedere avond haar rol voor de eerste keer te spelen, op première niveau, nooit tevreden, ja soms, een enkele keer, ze zegt vaak voor ik opga laat ik mijzelf, mijn dag, achter in de kleedkamer en sta ik geheel ten dienste van wat ik avonds moet doen, maar ik weet zeker dat ze als ze na afloop terugkomt in die kleedkamer direct een gesprekje met haar achtergelaten ik begint, ja die overgang ging best lekker, maar daarna ging het weer lastiger, nou ja, morgen weer een kans, dan schudt ze stug haar hoofd, niemand kan haar hoofd zo stug schudden zoals zij, als of ze al die teksten wegspoelt, en dan pakt ze de draad van haar eigen bestaan weer op, en zet ze haar gespeelde ik resoluut buiten de deur, tot morgenavond, daaag. En ze stapt met een schoon hoofd de avond in.

Anne Wil heeft het onuitsprekelijke geluk gehad de gouden tijd van het repertoiretheater te hebben meegemaakt, ze heeft het met haar enorme populariteit zelfs mede vorm gegeven, de Haagse Komedie beleefde mede door haar komst in de zestiger jaren een nieuwe bloeitijd, hoe bijzonder was het niet dat ze kon profiteren van de lessen van Paul Steenbergen, van het intense spelen van haar andere grote leermeester Ko van Dijk als Othello waar zij als praktisch debuterende Desdemona in speelde, ze werd omgeven in andere stuken door Bob de lange, Ida Wasserman, alle grootheden van ons vak zijn in haar buurt geweest, misschien was haar jarenlange samenwerking met de onvergetelijke Guido de Moor, een leeftijdgenoot, wel haar oogsttijd, jullie stuwden elkaar op tot grote hoogtes.

Een bepalende tussen fase was Elektra onder regie van Ton Lutz bij het Publiekstheater, een uitstapje, waarmee je je eerste Theo d’Or verdiende waarin je tot verbijstering van je toen al trouwe schare bewonderaars liet zien welke vulkaan zich onder je schijnbaar kalme oppervlakte schuilging, met jou brak er vlak na de Tomatentijd een nieuw interpretatietijdperk voor de Griekse tragedie aan die tot dan toe meer als schoonheidsideaal werd gezien dan als de doos van Pandora waarin alle misdadige kanten van de mensheid hun hoogmis vieren, en dat werd dus mede veroorzaakt door het Rotterdamse meisje dat tot haar verbazing met haar Haagse uitstapje in het wilde Amsterdam verzeild was geraakt.

Jaren en veel rollen later opende zich uit je toverdoos een nieuw fenomeen, de soms hilarische dan weer treurige vrolijkheid die je samen met Shireen Strooker vormgaf aan Shirley Valentine, jij was de goudader van het toen pas opgerichte Nationale Toneel, drie seizoenen lang; wat was ik trots jullie, Shireen en jou, samen te hebben gebracht. Je was volmaakt gelukkig, met volle teugen genoot je van de avonturen van die simpele huisvrouw, je zou kunnen zeggen dat qua bereik jouw carrière zich nog altijd balancerend afspeelt tussen Elektra en Shirley, tussen Shirley en Elektra, wie kan dat zeggen, wie doet je dat na, dat is het niveau waarop de grote sterren van onze tijd, Judy Dench of Isabelle Huppert zich bewegen, voor mij hoor je in dat rijtje.

Ik kan hier nu niet je hele carriere benoemen en analyseren, dat zou in een essay moeten, of in een goed beschouwend boek dat aan jou moet worden gewijd, ik zou het met liefde over je Theo Mann-Bouwmeesterring willen hebben, je onvergetelijke rol in de Kleine Zielen, je hele Wilhelmina-periode, je overstap van het gesubsidieerde toneel naar de Vrije Onderneming van Jacques Senf, en het hele scala rollen dat die switch nu te zien gaf, en ik had het willen hebben over de huidige periode onde de hoede van Matthijs Bongertman en zijn staf die je de liefde en de zorg en het repertoire bieden dat je zo verdient met als bekroning ook op hun werk deze prijs voor The Waverly met je vriendin Mette Bouhuys als regisseur.

Ik ga nu afsluiten met een verzuchting: Ik gun het toneelschoolleerlingen om als onderdeel van hun opleiding om gedurende een tijd op de eerste rij te gaan zitten bij een van je voorstellingen om ze dan tot in details jouw manier van spelen te laten analyseren, ze zouden er veel van opsteken. De naar alle kanten uitwaaierende lesprogramma’s ontberen een spelprincipe waar jij het toonbeeld van bent: eenvoud, zuiverheid

Dankbaar voor het geluk dat jij ons al die lange jaren brengt sluit ik in grote bewondering af.

*Anne Wil Blankers ontving op 23 juni 2025 de Johan Kaart Prijs.
Foto met dank aan website Johan Kaart Prijs